15 paar ogen kijken me verwachtingsvol aan, de voorzitster heeft me zojuist geïntroduceerd en aan mij nu de schone taak in 5 rake zinnen mezelf voor te stellen. Nou ja, 5, dat heb ik er zelf van gemaakt want het moet kort en krachtig. Althans, ook dat heb ik er zelf van gemaakt. In mijn hoofd heb ik wel allerlei varianten gemaakt, maar echt lekker lopen die verhaaltjes niet. Moet ik nu wel wat zeggen over de Breinsmederij, wel of niet wat vertellen over mijn privé en wat moet ik zeggen over wat ik ga doen. Het is een nieuwe functie waarbij de exacte inhoud nog bepaald moet worden, dus ja euhhhhh…. Daarbij heb ik sommige van de aanwezigen al wel gesproken en anderen weer pas net een hand geschud, dus wat is dan passend??? Meest irritante is nog wel dat ik de enige ben die me gaat voorstellen dus ik kan me ook niet vasthouden aan het ritme wat ontstaat in zo’n voorstelronde…aaaaargh.
Ik weet dat ik dit soort momenten haat en dat mijn brein dan volledig met me aan de haal gaat. Daardoor gaat mijn ademhaling ook direct stokken en ook nu hoor ik mijn stem weer trillen. Zo irritant, want ik weet hoe belangrijk de eerste indruk is. Zeker als trainer moet ik toch wel gewend zijn aan de aandacht die op mij is gericht is, dus wat zit ik moeilijk te doen? Lekker professioneel ook dat je dan zit te stotteren terwijl je vertelt dat je graag mensen meeneemt in een verhaal….ze zullen wel denken… Ik worstel me door de 5, 8, 2, of 9 zinnen heen. Ik heb echt geen idee meer wat ik heb gezegd.
Wat een schril contrast met de week ervoor , waarbij ik na afloop van een trainingssessie vanuit de Breinsmederij nog de vraag kreeg van een deelneemster of ik ooit wel eens onzeker was. Ze was zo onder de indruk van mijn rustige zelfverzekerde uitstraling, waarbij ik moeiteloos inspeelde om dat wat er gebeurde en precies de juiste dingen zei op het juiste moment. Mijn reactie daarop was een grote schaterlach, wetende dat alleen een volmondig JA een passend antwoord was.
Ik stuurde haar een berichtje na de bewuste vergadering en gaf aan dat ik met nog klamme handjes haar wilde bedanken voor haar opmerking die week ervoor. Dankzij dat moment en de herinnering daaraan kon ik namelijk het gevoel van onzekerheid, er niet bij horen, ik tegen de rest en de enorme lading die ik ophing aan die ene minuut in die vergadering een plekje geven. Nee, ik heb niet op de meest daadkrachtige manier mezelf voorgesteld en ja mijn stem haperde. Maar voor die 15 anderen was ik 1 minuut in een vergadering van 90 minuten en waren ze mijn trillende stem allang weer vergeten toen er een verhitte discussie ontstond over een ander onderwerp. Door te beseffen dat ik niet alleen ben zoals in die ene minuut, maar ook kan zijn zoals die 240 minuten in de training van vorige week gaf ik mezelf weer ruimte. Ademruimte om daarna in elke kennismaking geen enkele last meer te hebben van trillende stem, sterker nog om in die gesprekken niet meer bezig te zijn met mezelf maar met die ander om te doen waarvoor een kennismakingsgesprek bedoeld is, kennismaken met de ANDER.