zo’n dag in de Breinsmederij 249

Het belooft een relaxte zondag te worden. Iedereen wordt wakker op zijn eigen tempo, maakt een ontbijtje en vindt daarna zijn eigen weg in huis. Ik nestel me met een pot thee en de weekendbijlage van de krant aan de keukentafel. Op de achtergrond speelt een muziekje en spelen de jongste twee gebroederlijk naast elkaar bij het autokleed. Dan wordt de vraag gesteld of er nog wat op programma staat vandaag. Dat is niet zo, in de hectiek van de week proberen we in het weekend ook altijd een dagje rust in te bouwen. Mijn middelste zoon zit goed in zijn vel; hij heeft dit keer geen last van de niet ingevulde tijd die op hem af kan komen als naderend onheil. Hij bedenkt dat hij zin heeft in een spelletje. Met de regen die op het raam tikt, klinkt dat voor iedereen als een heel goed plan. Zo gaan we dus op zoek naar een spelletje waar iedereen zin in heeft.

In tegenstelling tot wat je misschien denkt is het uitzoeken van een spelletje zo gepiept. We houden allemaal van spelletjes spelen en weten daarom goed de voor- en nadelen van de spellen die in de kast staan. Daarbij zijn er niet veel spellen waarbij we allemaal mee kunnen doen. Het moet een spel zijn waarbij mijn jongste dochter alles zelluf kan doen  Het spel moet ook niet teveel wachttijd hebben, zodat mijn middelste zoon geconcentreerd kan blijven op het spel. Het spel moet niet al teveel strategie bevatten, omdat anders mijn oudste zoon teveel moet bewijzen van zichzelf dat hij moet winnen. O ja, en zelf vinden mijn man en ik het ook wel leuk als het spel iets meer diepgang heeft dan kwartetten. Kortom, het kiezen van een spel is snel gedaan :D.

De keuze valt al snel op Keezen, een combinatie van Mens erger je niet en pesten. Een spel dus, waarbij alle alarmbellen af gaan. Ik vraag me dan ook hardop af of dit slim is, aangezien dit erg veel van ze vraagt. Ik vraag aan ze of ze zich daarvan bewust zijn en ik benadruk dat het kan zijn dat je verliest, dat het wel eens niet kan gaan zoals je denkt en dat ik daar dan geen gedoe over wil.  Ik krijg een ‘jaaaaa mam’ in koor en vertrouw ze gezien de relaxte sfeer van de ochtend.

We gaan van start en de eerste paar rondes gaan goed. De middelste denkt daar anders over Hij krijgt verkeerde kaarten, waardoor hij de eerste 6 rondjes niet mee kan doen. Ik vind het goed gaan, omdat hij blijft proberen gezellig aan tafel te zitten. Ik zie hoeveel moeite het kost en benoem hardop dat ik het knap van hem vind dat hij aan tafel blijft zitten. De oudste heeft moeite om de jongste haar eigen spel te laten spelen. Mijn man wijst hem nogmaals op het feit dat zij het echt zelluf wil doen en dat er dus ook bij hoort dat ze even nadenkt over welke stappen ze gaat doen. Het duurt nog een paar beurten waarin hij zijn handen voor zijn mond slaat als hij weer ongevraagd advies geeft, maar even later speelt iedereen zijn eigen spel. Het spel ontwikkelt zich en het wordt steeds spannender. In zijn enthousiasme versnelt de oudste zijn spel, waardoor de middelste het niet meer kan volgen. Hij raakt de draad kwijt en de frustratie loopt op. Met een snik in de stem en uit de steekwoorden die hij uitkraamt maken we op dat hij het even niet begrijpt en niet weet waar hij verder moet. Dit is een punt wat we herkennen en waarvan iedereen weet dat hij even tijd en ruimte nodig heeft. Dus geduldig wachten we dan ook een seconde of 30 in complete rust tot de frustratie zakt. Als hij dan zelf weer de kaarten oppakt, weten we dat we weer verder kunnen met het spel. We roemen de middelste over het feit dat hij goed rustig is gebleven, aan tafel is blijven zitten en het bord niet heeft verschoven. We geven de oudste de tip, om lekker fanatiek te blijven spelen bij zijn ouders.

Niet veel later is het de jongste die huilend aan tafel zit. Ze had een heel mooi plan bedacht, maar wordt door mij van het bord geslagen. Natuurlijk hou ik heus wel een beetje rekening met de zetten die ik doe, maar incasseren hoort nu eenmaal bij spelletjes spelen. We zeggen haar de tranen te drogen en weer mee te doen. We raken wat geïrriteerd als dat niet meteen lukt. Tot ik besef hoe oneerlijk het eigenlijk is. Ik verwacht van mijn 6-jarige een inzet, die ik bij mijn middelste ook niet zie. Waar ik bij mijn middelste dat dan volledig kan laten en tijd kan geven, want ja hij is immers autistisch, irriteer ik me bij haar aan het niet voldoen van de norm. Ik spreek deze gedachte hardop uit en het verbindt ons direct. Mijn dochter voelt zich gehoord, waardoor haar tranen als vanzelf stoppen, Mijn middelste wil niet worden weggezet als slachtoffer en herpakt zich met nieuwe energie. Mijn oudste geeft me een gelukzalige glimlach, aangezien hij iedereen het liefst gezellig samen aan tafel zit.

We maken het spel af. De kinderen vormen een blok tegen papa, die lijkt te gaan winnen. Natuurlijk is er nog frustratie als iemand van het bord wordt geduwd, maar de lol overheerst. Stilletjes geniet ik van het samenzijn en kijk ik naar mijn drie schatten aan de overkant van de tafel. Met trots vanwege de wilskracht van mijn kinderen om een moeilijk spel aan te gaan en op hun doorzettingsvermogen om het spel af te maken. En voldaan, want waar 4 honden vechten om een been…………gaat mama met de overwinning heen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.